In 1991 verscheen Ad Knotters proefschrift over de Amsterdamse arbeidsmarkt in de negentiende eeuw. Het betrof een gedegen kwantitatieve en kwalitatieve analyse van verschillende bedrijfstakken in de hoofdstad van Nederland, die aansloot bij de economische en sociale geschiedenis zoals die hier in de jaren 1980 werd bedreven.2 In een overzichtsartikel over nieuwe ontwikkelingen in de sociale geschiedenis uit diezelfde periode noemde Maarten Prak Knotters werk een ‘prachtig boek’. Prak roemde het feit dat Knotter in zijn studie naar Amsterdam het ‘lokale’ een centrale betekenis gaf door de arbeidsmarkt van de stad in relatie tot andere gebieden te onderzoeken. Hierbij maakte Knotter gebruik van theorieën van sociologen en economen over de duale arbeidsmarkt om specifieke veranderingen in Amsterdam in de tweede helft van de negentiende eeuw te verklaren.3 Deze dubbele arbeidsmarkttheorie houdt kort gezegd in dat arbeidsmarkten een kern bevatten van vaste beroepsbeoefenaren, die hoge status genoten en goed betaald werden, en een meer flexibele poule aan arbeid en arbeiders, die veel lager stonden in aanzien en beloning. Oorspronkelijk werd deze theorie met name toegepast om de verschillen tussen gevestigden en migranten te analyseren,4 maar in de loop van de tijd is deze ook wel gebruikt om structurele verschillen in beloning en status tussen mannen- en vrouwenarbeid te duiden.5
Dat laatste was niet wat Knotter voor de Amsterdamse arbeidsmarkt had onderzocht, en hierop kwam niet lang na het verschijnen van zijn proefschrift commentaar van feministische historici. Vrouwen kwamen weliswaar voor in zijn boek, maar volgens Corrie van Eijl, die zelf in 1994 promoveerde op onderzoek naar de arbeidsdeling naar sekse in Nederland in de negentiende en vroege twintigste eeuw, slechts ondergeschikt, in functie van Knotters analyse van de arbeid van Amsterdamse mannen.6 In hetzelfde jaar noemde Francisca de Haan dit een ‘androcentrische benadering van arbeid’,7 die volgens haar tekenend was voor de verwaarlozing van vele nationale en internationale studies over vrouwen, gender en arbeid door ‘progressieve sociaal historici’ van de generatie van Knotter en Prak. Prak reageerde instemmend op de meeste van De Haans kritiekpunten, maar gaf wel te kennen dat hij het bestuderen van de sekseverhoudingen tegelijkertijd niet een meer geprivilegieerde plaats wilde geven dan de studie naar andere aspecten van sociale verhoudingen.8
In de periode dat dit debat tussen De Haan en Prak plaatsvond, waren, onder de invloed van vrouwen- en gendergeschiedenis, ook in Nederland al verschillende publicaties over de arbeid van vrouwen verschenen. Meestal betrof het gedetailleerde lokale studies, of op zijn best werd de arbeid van vrouwen in twee landen vergeleken.9 Ook mijn eigen proefschrift, dat ik aan het begin van de jaren 2000 schreef aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) te Amsterdam, was in feite een verzameling lokale studies over de arbeid van mannen en vrouwen in de textielnijverheid in de Republiek.10 Precies in deze jaren maakte het IISG een omslag van regionale en nationale studies over de geschiedenis van arbeid en arbeiders naar internationale, lange-termijn vergelijkingen, die niet langer alleen het Westen maar ook de rest van de wereld betroffen.11 Deze nieuwe ‘Global Labour History’ betekende ook een verandering in de manier van werken. Het is immers onmogelijk voor één historicus/-ca om voldoende kennis te hebben over een variëteit aan tijdsperioden en wereldregio’s.12 De afgelopen vijftien jaar was ik betrokken bij de organisatie en uitvoering van drie ambitieuze comparatieve samenwerkingsprojecten. Wij brachten een groot aantal experts bijeen op het gebied van de textielarbeid, betaalde huishoudelijke arbeid, en seksarbeid: beroepen waarin vrouwen historisch gezien wereldwijd een zeer prominente rol hebben gespeeld. Het doel was een systematische vergelijking van de arbeidsomstandigheden in deze sectoren in verschillende delen van de wereld.13
Dit artikel beoogt de bevindingen uit deze verschillende projecten bij elkaar te brengen en grotere lijnen te trekken tussen lange-termijnontwikkelingen in de drie bovengenoemde sectoren. Hoewel er door de tijd heen grote verschillen waren in de ontwikkelingen binnen deze beroepssectoren zijn er ook duidelijke parallellen te trekken. Vaak hadden arbeidsters in deze beroepen een precaire (laag gewaardeerde, slecht beschermde) status. Ook blijken dit alle beroepen die al zeer vroeg te maken kregen met supra-regionale, en zelfs globale, invloeden. In het hiernavolgende wordt uiteengezet dat internationaal vergelijkend onderzoek naar deze sectoren cruciaal is om nieuwe inzichten te verschaffen over arbeid in het verleden en heden, precies waar het gaat om de precarisering van de arbeid en om de invloed van het proces van globalisering.
Notes
1 Dit artikel is een verkorte en aangepaste versie van de oratie die ik op 21 december 2018 uitsprak aan de Radboud Universiteit Nijmegen, en drie weken daarvoor bij het afscheidssymposium van Ad Knotter in Maastricht. Zie ook: https://www.elisenederveen.com/wp-content/uploads/2019/08/Oratie_Elise_van_nederveen_Meerkerk.pdf. Ik dank de redactieleden van tseg voor hun opbouwende commentaar op een eerdere versie van het artikel.
2 A. Knotter, Economische transformatie en stedelijke arbeidsmarkt. Amsterdam in de tweede helft van de negentiende eeuw (Zwolle/Amsterdam 1991).
3 M. Prak, ‘De nieuwe sociale geschiedschrijving in Nederland’, Tijdschrift voor Sociale Geschiedenis (hierna TvSG) 20:2 (1994) 121-148, 128.
4 Zie bijvoorbeeld: E. Bonacich, ‘A theory of ethnic antagonism. The split labor market’, American
Sociological Review 37 (1972) 547–559; M. Semyonov en N. Lewin-Epstein, ‘Segregation and competition in occupational labor markets’, Social Forces 68 (1989) 379-396, 381.
5 Zie bijvoorbeeld: H. Bradley, Men’s work, women’s work. A sociological history of the sexual division
of labour in employment(Cambridge 1989); E. van Nederveen Meerkerk, ‘Segmentation in the pre-industrial labour market. Women’s work in the Dutch textile industry, 1581-1810’, International Review of Social History (hierna irsh)51 (2006) 189-216.
6 C. van Eijl, Het werkzame verschil. Vrouwen in de slag om arbeid, 1898-1940 (Hilversum 1994) 32.
7 F. de Haan, ‘”De tijden roepen om haar”. een reactie op Maarten Praks ‘De nieuwe sociale geschiedschrijving in Nederland’, TvSG 21:1 (1995) 61-80, 70.
8 M. Prak, ‘Feminisme en sociale geschiedenis’, TvSG 21:1 (1995) 81-86, 84.
9 Bijvoorbeeld: J. Quast, ‘Vrouwenarbeid omstreeks 1500 in enkele Nederlandse steden’, Jaarboek voor Vrouwengeschiedenis 1 (1980) 46-64; E. Kloek, ‘De arbeidsdeling naar sekse in de oude draperie’, in: J. Moes en B. de Vries (red.), Stof uit het Leidse verleden. Zeven eeuwen textielnijverheid (Utrecht 1991) 67-76; F. de Haan, Sekse op kantoor. Over vrouwelijkheid, mannelijkheid en macht, Nederland 1860-1940 (Hilversum 1992); H. Pott-Buter, Facts and fairy tales about female labor, family and fertility (Amsterdam 1993); J. Plantenga, Een afwijkend patroon. Honderd jaar vrouwenarbeid in Nederland en West-Duitsland (Amsterdam 1993); L. van de Pol, Het Amsterdams hoerdom. Prostitutie in de zeventiende en achttiende eeuw (Amsterdam 1996).
10 E. van Nederveen Meerkerk, De draad in eigen handen. Vrouwen en loonarbeid in de Nederlandse textielnijverheid, 1580-1810 (Amsterdam 2007).
11 M. van der Linden, Workers of the world. Essays toward a Global Labor History (Leiden 2008).
12 M. van der Linden en J. Lucassen, Prolegomena for a Global Labour History (Amsterdam 1999). http://www.iisg.nl/publications/prolegom.pdf (geraadpleegd 12-03-2019).
13 L. Heerma van Voss, E. Hiemstra-Kuperus en E. van Nederveen Meerkerk (red.), The Ashgate companion to the history of textile workers, 1650–2000 (Aldershot 2010). D. Hoerder, E. van Nederveen Meerkerk en S. Neunsinger (red.), Towards a global history of domestic and care workers (Leiden 2015); M. Rodríguez García, E. van Nederveen Meerkerk en L. Heerma van Voss (red.), Selling sex in the city. A global history of prostitution, 1600s-2000s (Leiden 2017).
14 International Labour Organization, Non-standard employment around the world. Understanding challenges, shaping prospects (Genève 2016) 10, 14.
http://www.ilo.org/wcmsp5/groups/public/@dgreports/@dcomm/@publ/documents/publication/wcms_534326.pdf (geraadpleegd 13-12-2018).
15 J. Oksala, ‘Affective labor and feminist politics’, Signs: Journal of Women in Culture and Society 41:2 (2016) 281-303, 281.
16 Oksala, ‘Affective labor’, 285-286.
17 D. Hoerder, ‘Historical perspectives on domestic and care-giving workers’ migrations. A global approach’, in: Hoerder, Van Nederveen Meerkerk en Neunsinger, Towards a global history, 61-109.
18 M. Mechant, ‘Selling sex in a provincial town. Prostitution in Bruges’, in: Rodríguez García, Van Nederveen Meerkerk en Heerma van Voss, Selling sex in the city, 60-84; M. Turno, ‘Sex for sale in Florence’, in: Rodríguez García, Van Nederveen Meerkerk en Heerma van Voss, Selling sex in the city, 85-110.
19 ‘It was a job, just like this here. Actually, that is a lie: it was a duty. And you don’t make money off a duty. Here at least I get paid for what I do. My husband never paid me’.T. Blanchette, ‘Seeing beyond prostitution. Agency and the organization of sex work’, in: Rodríguez García, Van Nederveen Meerkerk en Heerma van Voss, Selling sex in the city, 748-774, 760.
20 Naar de definitie van Chris en Charles Tilly. Zie ook: Van der Linden en Lucassen, Prolegomena, 8.
21 Zie ook: R. Sarti, A. Bellavitis en M. Martini, ‘Introduction’, in: Idem, What is work? Gender at the crossroads of home, family, and business from the early modern era to the present (New York/Oxford 2018) 1-84, 38.
22 M. Hardt en A. Negri, Empire (Harvard 2000) 293.
23 L. Christensen, ‘Institutions in textile production. Guilds and trade unions’, in: Heerma van Voss, Hiemstra-Kuperus en Van Nederveen Meerkerk, Ashgate companion, 749-772, 756.
24
S. Ally, ‘Slavery, servility, service. The Cape of Good Hope, the Natal colony, and the Witswatersrand, 1652-1914’, in: Hoerder , Van Nederveen Meerkerk en Neunsinger, Towards a global history, 254-270.
25 Zie bijvoorbeeld P. Hetherington, ‘Prostitution in Moscow and St. Petersburg, Russia’, in: Rodríguez García, Heerma van Voss en Van Nederveen Meerkerk, Selling sex in the city, 138-170. Anderzijds moet benadrukt worden dat organisaties ‘ter bescherming’ van prostituees, zoals die in de negentiende en vroeg-twintigste eeuw in verschillende landen door de burgerij werden opgericht, of internationale initiatieven hiertoe, bijvoorbeeld door de League of Nations in het Interbellum, de individuele ‘agency’ van sekswerkers juist kon tegengaan. Zie bijvoorbeeld: M. Rodríguez García, ‘The League of Nations and the moral recruitment of women’, irshS20 (2012) 97-128.
26 Voor Nederland, zie: L. Muller e.a., Monitor loonverschillen mannen en vrouwen, cbs paper 2016 (november 2018). https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2018/47/monitor-loonverschillen-mannen-en-vrouwen-2016 (geraadpleegd 12-3-2019). Ook in de wetenschap blijven de verschillen bestaan. Zie: R. van Veelen en B. Derks, Verborgen verschillen in werktaken, hulpbronnen en onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden tussen vrouwelijke en mannelijke wetenschappers in Nederland. lnvh(maart 2019). https://www.lnvh.nl/uploads/moxiemanager/lnvh_rapport_-_verborgen_MV_verschillen_in_werktaken_hulpbronnen_en_onderhandelingen_in_de_wetenschap.pdf (geraadpleegd 12-3-2019).
27 E. van Nederveen Meerkerk, ‘Market wage or discrimination? The remuneration of male and female wool spinners in the seventeenth-century Dutch Republic’, Economic History Review 63:1 (2010) 165–186.
28 É. Sullerot, Histoire et sociologie du travail féminin (Parijs 1968).
29 S. Gronewold, ‘Prostitution in Shanghai’, in: Rodríguez García, Heerma van Voss en Van Nederveen Meerkerk, Selling sex in the city, 576.
30 C. Crowston, ‘Women, gender, and guilds in early modern Europe. An overview of recent research’, irsh S16 (2008) 19-44.
31 R. Cliver, ‘China’, in: Heerma van Voss , Hiemstra-Kuperus en Van Nederveen Meerkerk, Ashgate companion, 103-140, 129.
32 Niet voor niets werden dienstboden vaak in het testament van hun meester of meesteres opgenomen. E. van Nederveen Meerkerk, ‘The will to give. Charitable bequests and community building in the Dutch Republic, c. 1600-1800,’ Continuity and Change 27:2 (2012) 241-270.
33 Ally, ‘Slavery, servility, service’; A. Souralóva, ‘Mutual emotional relations in caregiving work at the turn of the twenty-first century. Vietnamese families and Czech nannies-grandmothers’, in: Hoerder, Van Nederveen Meerkerk en Neunsinger, Towards a global history, 182-201.
34 C. Boter, Dutch divergence? Women’s work, structural change, and household living standards in the Netherlands, 1830-1914 (Wageningen, ongepubliceerde dissertatie 2017)117-119.
35 E. van Nederveen Meerkerk, M. Rodríguez García en L. Heerma van Voss, ‘Sex sold in world cities, 1600s–2000s. Some conclusions to the project’, in: Rodríguez García, Heerma van Voss en Van Nederveen Meerkerk, Selling sex in the city, 861-880.
36 T. Blanchette en A.P. da Silva, ‘Prostitution in contemporary Rio de Janeiro’, in: P. Kelly, en S. Dewey (red.), Policing pleasure. Sex work, policy, and the state in global perspective (New York 2011) 85-93.
37 S. Dasgupta, ‘Commercial sex work in Calcutta. Past and present’, in: Rodríguez García, Heerma van Voss en Van Nederveen Meerkerk, Selling sex in the city, 519-537.
38 N. Kabeer en S. Mahmoud, ‘Globalization, gender and poverty. Bangladeshi women workers in export and local markets’, Journal of International Development 16 (2004) 93-109.
39 E. van Nederveen Meerkerk, L. Heerma van Voss en E. Hiemstra-Kuperus, ‘Covering the world. Some conclusions to the project’, in: Heerma van Voss, Hiemstra-Kuperus en Van Nederveen Meerkerk, Ashgate companion, 773-792.
40 E. van Nederveen Meerkerk, ‘Couples cooperating? Dutch textile workers, family labour and the “industrious revolution”, c. 1600-1800’, Continuity and Change 23 (2008) 237-266, 243.
41 Cliver, ‘China’, 107-108; J. Beinin, ‘Egyptian textile workers. From craft artisans facing European competition to proletarians contending with the state’, in: Heerma van Voss, Hiemstra-Kuperus en Van Nederveen Meerkerk, Ashgate companion, 171-197, 174-175.
42 Zie: E. van Nederveen Meerkerk, Women, work and colonialism in the Netherlands and Java. Comparisons, contrasts, and connections, 1830-1940 (Londen 2019), hoofdstuk 4 voor meer over deze veranderingen in arbeidsdeling naar sekse in de textiel.
43 Zie bijvoorbeeld voor India: D. Haynes, Small-town capitalism in Western India. Artisans, merchants and the making of the informal economy, 1870-1960 (Cambridge 2012); voor Indonesië: P. van der Eng, ‘Why didn’t colonial Indonesia have a competitive cotton textile industry?’, Modern Asian Studies 47:3 (2013) 1019-1054; E. van Nederveen Meerkerk, ‘Challenging the de-industrialization thesis. Gender and indigenous textile production in Java under Dutch colonial rule, c. 1830–1920’, Economic History Review 70:4 (2017) 1219-1243.
44 J. Hunter en H. Macnaughtan, ‘Japan’, in: Heerma van Voss, Hiemstra-Kuperus en Van Nederveen Meerkerk, Ashgate companion, 305-332, 319-320.
45 E. van Nederveen Meerkerk, ‘Gelopen race of glansrijke doorstart? De effecten van globalisering op de Nederlandse textielindustrie, 1960-2010’, Textielhistorische Bijdragen 50 (2010) 73-89, 77.
46 Van Nederveen Meerkerk, Heerma van Voss en Hiemstra-Kuperus, ‘Covering the world’.
47 Ally, ‘Slavery, servility, service’, 257-258.
48 R. Sarti, ‘Historians, social scientists, servants, and domestic workers. Fifty years of research on domestic and care work’, irsh 59:2 (2014) 279-314, 281.
49 E. van Nederveen Meerkerk, ‘Employment, education and social assistance. The economic attraction of early modern cities’, in: L. Lucassen en W. Willems (red.), Living in the city. Urban institutions in the Low Countries, 1200-2010 (New York 2012) 84-102.
50 A.L. Stoler, ‘Sexual affronts and racial frontiers. European identities and the cultural politics of exclusion in colonial Southeast Asia’, in: F. Cooper en A.L. Stoler (red.), Tensions of empire. Colonial cultures in a bourgeois world (Berkeley 1997) 198-237.
51 Rodríguez García, ‘League of Nations’.
52 Blanchette, ‘Seeing beyond prostitution’.
53 Rodríguez García, ‘League of Nations’, 111.
54 Hoerder, ‘Historical perspectives’, 65.
55 A. Hochschild, ‘Global care chains and emotional surplus value’, in: A. Giddens en W. Hutton (red.), On the edge. Living with global capitalism (Londen 2000) 130-146.
56 Agrarische arbeid vormt hierop een uitzondering, maar dit was in de meeste historische contexten onbetaalde arbeid voor het huishouden.
57 Van der Linden, Workers of the world.
58 Hoerder, ‘Historical perspectives’, 63.